- Door Kornuyt
- Geplaatst in duurzaam
- Met 0 Reacties
- PERMALINK
- STANDARD POST TYPE
Het is hoog gegrepen: in 2030 geen extreme armoede, verschillen en onrecht meer in de maatschappij en een einde aan verdere verandering van ons klimaat. Bij de introductie van de Global Goals for Sustainable Development deden de VN daarom een aansporing aan de gemeenschap, regeringen én de bedrijven om mee te doen. Hoe gaat het zowat 1 jaar later met die betrokkenheid, het bedrijfsleven in het bijzonder. En hoe komt het in Nederland tot de samenwerking die nodig is om de doelen te bereiken?
Ondernemerschap nodig
Dat juist ook ondernemingen het onderscheid kunnen maken bij het behalen van de Global Goals, werd al concreet bij de verwerkelijking van de eerdere Millennium doelen. Uiterste honger en armoede is in deze cyclus nagenoeg gehalveerd, en dat is hoofdzakelijk te danken aan opkomende economieën en in mindere mate aan ontwikkelingswerk. In Nederland werden de nieuwe Global Goals opzienbarend vlug opgevolgd door met name het zakenleven. Dit gebeurde in de gedaante van een uitzonderlijk partnerschap. Rond september 2014 tekenden meer dan 80 bedrijven en maatschappelijke instanties, als DSM, Unilever, Erasmus Universiteit Rotterdam, Philips en True Price, samen met toenmalig minister Ploumen het Global Goals Charter. Daarin spraken ze af samen te werken en zich in te zetten om de targets te bereiken.
Global goals – Geen hokjes denken
Fokko Wientjes, mede initiatiefnemer maakt zelf overigens met genoegen subiet korte metten met verdeling in hokjes als ‘regering’ en ‘zakenleven’. ‘We hebben zelf een soort verkokering gekozen. Maar uiteindelijk zijn we allen burgers en zijn we allemaal gebaat bij een geslaagde functionerende maatschappij.’ Om tot oplossingen te komen voor 2030, is het vooral nodig om over die classificatie heen te stappen, zo vertelt Fokko. ‘Sommige vraagstukken zijn te groot om alleen door het bedrijfsleven of de overheid op te lossen.
Als we de vaardigheden op een doordachte wijze aan elkaar verbinden, kunnen we veel meer bereiken. Heb je het over voeding bijvoorbeeld, dan kunnen bedrijven gezonde voeding leveren. Maar als de bevolking geen gezonde voeding wil, dan heeft het niet veel zin om het aan te bieden. Daar kan een overheid weer in helpen. Hiertoe moet je grenzen laten vervagen en oprecht willen samenwerken. Dit soort samenwerking willen we ook met het Global Goals Charter bereiken.’
Gebaat bij succes
Het Charter is tot stand gekomen vanuit de gedachte dat een ieder belang heeft bij en bij kan dragen aan de realisatie van de 17 targets in 2030. Fokko Wientjes legt uit: ‘Het gaat erom dat we wereld targets gemaakt hebben. Dat we de welvarende maatschappij zoals we die in Nederland hebben, kunnen houden en dat we hetzelfde maken voor degenen die dat in de wereld niet hebben. Instabiliteit is voor geen mens goed. Iedereen is dus gebaat bij het behalen van die wereld targets en het is een no-brainer dat we dat moeten behalen.’ Wientjes accentueerd dat het draait om het samen wederom bedenken van de economie. ‘Het stenen tijdperk hield niet op omdat de stenen op waren, maar omdat er iets beters was. Het fossiele tijdperk eindigt omdat we een nieuwe economie realiseren.’
Wereldwijd toepasbare oplossingen
En in de betrekkelijk korte tijd dat het Charter bestaat, zijn op een aantal thema’s al cruciale, productieve samenwerkingen ontstaan. De instanties proberen samen tot overeenstemming te komen die mondiaal toepasbaar zijn. Zo werken bijvoorbeeld Hospitainer, Unicef en Philips samen op het gebied van welzijn.Ook op het thema geld zoeken verscheidene Charter-ondertekenaars vanaf dit jaar gezamenlijk naar overeenstemmingen en kansen, om ze daarna toe te passen.
Het is opmerkelijk dat dat er geen wij-zij-sentiment heerst binnen deze collaboraties: ‘Er zijn geen voorwaarden over en weer gesteld, in de trant van “wij gaan dit doen, maar alleen als jullie dat gaan doet”. Het is ontegenzeggelijk ‘we gaan het samen doen.’
Wereldwijde interesse
In een soortgelijke wijze van coöpereren tussen maatschappelijke organisaties, regeringen en ondernemingen, is mondiaal veel interesse. Het Sustainable Development Solutions Network van de Verenigde Naties vroeg het Global Goals Charter onlangs hun ervaring te delen. Een knap eerste succes voor de participanten van het Charter, want ook het vormen van succesvolle partnerschappen is een manier om verder te geraken.
Betrekken van kleine ondernemers
Welke dingen kunnen er nog anders? Als het gaat om deze geslaagde partnerschappen is wellicht nog wel 1 uitdaging te benoemen. Hoe betrek je hier niet alleen de gevestigde partijen bij, maar maak je actief deelnemen voor iedereen toegankelijk? Bijvoorbeeld voor de kleine tot middelgrote bedrijven: zij zijn juist een zeer significante link als het gaat om grensverleggende oplossingen. Tegelijk laat een onderzoek als dat van Kaleidos Research zien dat aannemers kansen zien, maar wel wat bijkomende support kunnen gebruiken. De huidige voorstellen en middelen sluiten volgens de ondervraagde MKB’ers ontoereikend aan bij de werkelijkheid van kleinere bedrijven. Volgens Wientjes is het in elk geval ook van aanzienlijk belang om gedrevenheid te maken rond de targets. ‘Ons land is prima gelegen in de wereld. Dat willen we uitbouwen en behouden. We moeten hier met name veel mogelijkheden in zien en deze met handen aan te pakken.’